Wat vraagt het werken in een cross-over setting van betrokken partijen? Hoe verbind je deze partijen? Wat zijn hierin best practices? De actielijn cross-overs ging hierover in gesprek met Gerry Kouwenhoven, manager Research & Innovation Centre Agri, Food & Life Sciences (AFL).
Vertical Farming
Er is gestart met een inhoudelijk thema in de metropoolregio Rotterdam-Den Haag, namelijk Vertical Farming. Vertical Farming is een thema dat heel veel sectoren, mensen en partijen raakt. Onderwerpen als teelt, inrichting van de omgeving, nieuwe ketens die ontstaan en ondernemerschap komen hierbij kijken. “Als we binnen kennisinstelingen denken, raakt het heel veel verschillende opleidingen”, begint Gerry Kouwenhoven. “Kijken we binnen de onderwijskolom, dan heeft het niet alleen betrekking op het HBO, maar ook op het MBO en WO. Tevens zijn er externe partijen betrokken bij dit project, namelijk ondernemers, overheden, onderwijs- en onderzoeksinstellingen.” De rol van Gerry Kouwenhoven binnen het project Vertical Farming, en tevens binnen Inholland, is het verbinden van alle betrokken partijen. “Niet alle partijen spreken dezelfde taal, ze hebben allemaal een andere urgentie en kloksnelheid”, dat is wat het werken in een cross-over setting zo anders maakt dan het werken in een mono sectorale omgeving.
Succesfactor
“Het is moeilijk te bepalen wat best practices zijn voor het werken in een cross-over setting. Het gaat vooral om de tijd nemen om elkaar te begrijpen en te verstaan”, vertelt Gerry Kouwenhoven. “Als kennisinstelling is het belangrijk dat de vraag en urgentie van buitenaf komt. Vraag jezelf af waarom je een onderzoek of project begint, wie erbij gebaat zijn en dat er ook echt een vraag is die beantwoordt moet worden”, vervolgt Gerry Kouwenhoven haar verhaal.
Opdoen van inzichten
“Vertical Farming vraagt om een andere manier van ondernemen. Zo vraagt het telen in een volledig geconditioneerde omgeving andere expertise dan in de reguliere kassen. Door het ontstaan van nieuwe ketens, wordt er een heel ander ondernemerschap gevraagd”, steekt Gerry Kouwenhoven van wal wanneer er gevraagd wordt om voorbeelden waarin inzichten zijn opgedaan betreffende inhoud. “In het verlengde daarvan zie je ook dat je als ondernemer een ander businessmodel nodig hebt en vooral een andere waardepropositie moet innemen.”
Realisatie
“We proberen heel veel initiatieven bij elkaar te brengen binnen de pilot. We bouwen netwerken door contacten met alle partijen te onderhouden. Zij moeten weten dat we bereikbaar en vindbaar zijn en altijd openstaan voor een gesprek over dit onderwerp. Er zijn veel partijen betrokken bij dit project. Alle elementen zijn aan elkaar verbonden, je kunt niks los van de ander organiseren of doen”, sluit Gerry Kouwenhoven haar verhaal af.